“Ik koop af en toe gewoon een paar linkjes. Iedereen doet het.”

Die uitspraak hoorde ik laatst tijdens een netwerkevent van een jonge ondernemer met een indrukwekkende SEO-rankingslijst. En hoewel ik hem niet gelijk wilde tegenspreken, borrelde er iets in me.

Want ja, mensen kopen links. En nee, het is niet altijd slim. Maar het is ook niet per se zo zwart-wit als Google je wil doen geloven.

De wereld van linkbuilding is al jaren in beweging — van de schimmige tijden van ‘linkfarms’ tot de moderne aanpak met PR en autoriteit. Maar de realiteit is: linkjes kopen is nog steeds een ding. En als jij een website hebt of runt, krijg je er vroeg of laat mee te maken.

In dit artikel neem ik je mee in hoe het werkt, waarom mensen het doen, welke risico’s erbij komen kijken en — misschien wel het belangrijkst — hoe je het slim (of juist helemaal niet) aanpakt. Je hoeft geen SEO-expert te zijn om het te begrijpen. Maar een beetje inzicht kan je wel duizenden euro’s én rankings schelen.

Hoe het begon: links als stemmen in Google’s democratie

Om te begrijpen waarom mensen links kopen, moeten we terug naar de basis: wat is een link waard?

In de ogen van Google is een link een soort stem van vertrouwen. Als een andere website naar jouw pagina verwijst, is dat een teken: “Deze content is waardevol.” Hoe meer kwalitatieve links, hoe meer autoriteit jouw website opbouwt. En hoe groter je kans om hoog te ranken in de zoekresultaten.

Maar dan gebeurt er dit:
👉 Mensen ontdekken dat ze die stemmen ook kunnen kopen.
En dat verandert alles.

Wat bedoelen we precies met “linkjes kopen”?

Niet elke betaalde link is hetzelfde — en niet elke manier van kopen is even riskant of dom. Hier zijn de meest voorkomende vormen:

1. Gastblog met betaalde plaatsing

Je schrijft een artikel voor een andere site, en betaalt om daar een link naar jouw site in te mogen plaatsen. Dit lijkt “natuurlijk”, maar is technisch gezien een betaalde link.

2. Linkvermeldingen in bestaande artikelen

Je betaalt een webmaster om een link toe te voegen aan een bestaand blog. Snel, effectief — maar vaak ook overduidelijk onnatuurlijk.

3. Linkbuilding-agencies of pakketten

Sommige bureaus bieden “10 backlinks voor €250”. De kwaliteit is wisselend — en regelmatig ronduit slecht.

4. PBN’s (Private Blog Networks)

Je koopt een plek op een netwerk van websites die speciaal zijn opgezet om links te bouwen. Risico: als Google dit ontdekt, kan je site keihard zakken in de rankings.

Waarom doen mensen het dan nog?

Goede vraag. Want ondanks het risico kiezen veel website-eigenaren en marketeers toch voor het kopen van links. Waarom?

Het werkt — soms

Als je op korte termijn je domeinautoriteit wil verhogen, kunnen een paar strategische links een boost geven. Zeker in competitieve markten (zoals finance of gezondheid) kan het verschil maken tussen plek 3 of plek 30.

Tijd versus geld

Organisch linkbuilden kost veel tijd: contacten leggen, goede content schrijven, follow-ups sturen. Linkjes kopen is sneller. En tijd = geld.

Klanten of opdrachtgevers verwachten groei

Veel SEO-bureaus worden afgerekend op resultaat. En snelle links geven snelle resultaten — al zijn die vaak tijdelijk.

Een SEO-specialist vertelde me ooit:

“Als ik mijn klant niet snel laat stijgen, zegt hij dat het bureau ‘niets doet’. Dan neem ik liever een berekend risico.”

Waar het vaak misgaat

Hoewel het kopen van links verleidelijk is, zijn er een paar veelgemaakte fouten die je moet kennen — en vermijden.

Slechte sites, slechte buren

Als jouw link staat op een spammy website vol gokadvertenties of andere ‘rotzooi’, koppel je je aan dat imago. Google ziet dat. En straft dat.

Te veel, te snel

20 links in een maand naar een splinternieuwe website? Dat ziet er niet natuurlijk uit. Google’s algoritme is getraind om patronen te herkennen — en te straffen.

Geen variatie in ankerteksten

Als je elke keer linkt met exact dezelfde zoekterm (“goedkope loopband kopen”), wek je argwaan. Natuurlijke links gebruiken ook synoniemen of merkwoorden.

Slechte match met je niche

Een link vanaf een Amerikaanse lifestyleblog naar jouw Nederlandse tuinierbedrijf? Dat slaat nergens op — en draagt nauwelijks bij aan je autoriteit.

Kun je links kopen zonder in de problemen te komen?

Het korte antwoord: ja, maar wees slim en terughoudend.

Google verbiedt het officieel, maar in praktijk kijkt het vooral naar overduidelijke manipulatie. Hier zijn wat best practices als je tóch overweegt om te kopen:

Kies kwaliteit boven kwantiteit

Liever één link op een relevante, goed scorende website dan tien op troepblogs. Controleer domeinautoriteit, contentkwaliteit en bezoekersaantallen.

Zorg voor relevante context

Een link in een artikel dat écht over jouw onderwerp gaat, voelt natuurlijker en draagt ook inhoudelijk meer bij.

Varieer je ankerteksten

Gebruik niet alleen commerciële termen, maar ook neutrale woorden als “lees meer”, of gewoon je merknaam.

Bouw tegelijkertijd ook organisch

Combineer betaalde links met PR, gastblogs, of shareable content. Zo houd je je profiel natuurlijk.

Wees terughoudend

Gebruik linkaankoop als een tactisch hulpmiddel, niet als hoofdstrategie. Als 90% van je links betaald zijn, heb je een probleem.

En wat brengt de toekomst?

Google wordt slimmer. Met elke algoritme-update wordt het moeilijker om met gekochte links door de mazen van het net te glippen. Maar dat betekent niet dat linkbuilding verdwijnt — integendeel.

Wat verandert, is hoe we autoriteit opbouwen:

Zoals een SEO-expert het mooi zei:

“Linkbuilding gaat steeds meer lijken op PR. En PR kun je niet automatiseren — alleen verdienen.”

Conclusie: wel of geen linkjes kopen?

Er is geen universeel antwoord. Het hangt af van je niche, je doelen, je budget — en je bereidheid risico te nemen.

Als je net begint: focus op content en netwerk. Bouw je autoriteit stap voor stap op. Koop geen links uit paniek of ongeduld.

Als je al wat ervaring hebt: een strategische link kan je net dat zetje geven. Maar kies slim, werk hybride (betaald én organisch), en houd het natuurlijk.

En bovenal: denk lange termijn. Je wil geen winst voor een maand — je wil een website die volgend jaar nog bestaat.